Verhandeling over de voorbehoedmiddelen tegen de kinderziekte : ter gelegenheid der tweede jaarlijksche vergadering van het Amsterdamsch Genootschap ter Bevordering der Koepok-Inenting voor Minvermogenden ... uitgesproken ... op den 1en Nov. 1805.

  • Roy, Cornelis Hendrik à, 1750-1833.
Date:
1806
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Verhandeling over de voorbehoedmiddelen tegen de kinderziekte : ter gelegenheid der tweede jaarlijksche vergadering van het Amsterdamsch Genootschap ter Bevordering der Koepok-Inenting voor Minvermogenden ... uitgesproken ... op den 1en Nov. 1805. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University, through the Medical Heritage Library. The original may be consulted at the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University.

    10/88 (page VIII)
    hebt afgelegd, zal kunnen ftrekken tot een tegeo» wigt tegen die pogingen, welke men onlangs in bet werk gefield heeft om haren voortgang te hiïh deren. — Pogingen, die, gelijk ik ftoutelijkver- zekeren durf, geheel en al, of in onkunde of itt vooroordeel, derzelveroorfprong hebben — De verdienden van het inenten der Koepokken zijn thans zoo v/el gevestigd en zoo algemeen erkend, dat ik wel verzekerd ben. dat de bemoeijngen van het kleine aantal dwalenden of bedriegerg, die 'er zich nog tegen blijven verzetten, hoe groot een kwaad zij voor het tegenwoordige ook doen mogen, ninj- mer in ftaat zullen zijn om deszelfs eindelijke alge- meene invoering te verhinderen (ay Met regt heeft daarom ook de beroemde Utrtchtjt Huogleeraar m. v a m g e u n s , bij hep nederkgge» van de waardigheid van Reftor Magnificus , epden S4';f. ^pril laatstleden , eene laiijnfche Redevoering gedaan over de zeer gewenschte uitroeijng der Kinderpokjes, die men, voornamelijk van de Koe- pok-inenting, t'eeniger tijd moge hopen; eene Rc' devoeringwelke wij, met verlangen, door den drukgt' meen gemaakt zien. Ik heb dan, em deze reden ook voornamelijk, niet langer willen afzijn mijne Verhandeling te laten druk' ktn, op dat dezelve Jlrekken moge em diegtenen, welks van (<») Zie nlgemtene Schiedamfche Courant van den II. Februari], 1^06. No. XXI, ■