Volume 1
De gedenkwaardige en al-om beroemde voyagien der Spanjaarden na West-Indiën ... / Voor desen ten deele versamelt en in't Hoogduyts uytgegeeven door J.L. Gottfried [i.e. J.P. Abelin], maar nu volkomen, gelijk deselve door A. de Herrera uyt de egte hand-schriften der reysigers beschreven zijn ... uytgevoert.
- Pieter van der Aa
- Date:
- [1706]
Licence: Public Domain Mark
Credit: De gedenkwaardige en al-om beroemde voyagien der Spanjaarden na West-Indiën ... / Voor desen ten deele versamelt en in't Hoogduyts uytgegeeven door J.L. Gottfried [i.e. J.P. Abelin], maar nu volkomen, gelijk deselve door A. de Herrera uyt de egte hand-schriften der reysigers beschreven zijn ... uytgevoert. Source: Wellcome Collection.
69/388
![Vindende Zee met Schildpadden bedekt. Getaakt in groot gevaar. Witteen fwarte Zee gevonden. Koers ten Ooften geno¬ men. Komt we¬ der te Cuba. ij Christoffel Kolum bemaal 311 gebPiongen maren/ alle öe uit te merpeii/ om ften tot ín öe Diepte ober te minden. IBen 3ag ftier De kee ganté met ¿ècftildpaööen bedebt; en ter 3eïPer tpd befeftoumde men eenen grooten en öigten troep Eee-BaPené / díe ftet ^on* ne-ïigt alé Peröuifïeröen / en Díe uitree opbomen* De / boeré naar ’tDiïanö Cuba belden. Dobpaf* feeröen’er ter seïPer tuö eenige DuiPen / iBeumen en andere Bogeïé met groote fcftolen. Den Pol* genden Dag quamen’er rondom öe ^cftepenmee* nigte kappellen of ©ïinöeré / díe öe 3Hugt tot ín öe Jagt benePelöen / en aio? toen Perömeenen. fWé nu ö’Snöiaancn te Perbaan gaden /öatö’Di* landen öee3c Mufi langé PerPoïgöen/ en Dat ober* 3UÏ]c ooft den arbeid en öe gebaaren Permeeröeren 30uöen; alé mede öat öe ïeeftogt 3eer berminöeröe / befïoot den Hmmiraaï meder naar Hifpaniola te fteeren; doende eerftelnft de Jbcftepen Pan ft out en mater Poo^ien/ öat ftp Pan een Eiland / mei öat* tig muien ín ’t rond/öeeö inneemen; meïft Diïanb Pan ftem el Euangelifta genoemd Piie?d; spnöePan Domingo omtrent 3ePen ftonderd mpïen afgelegen; en men geloofde ftet3elPe te mesen/öat men tegen* mooibig Isla de Pinos noemd. Sloegen nu mei* nig meer oPerig maé / om de ïtaap Pan Cuba ’t ont* öeftften / dat omtrent 3e£-en' öartig mpïen 3onöe 3pn; aï300 öee3e ïaatfte ontöeftftinge gelueeb maé örie-ftonöerd drie-en öartig mpïen. DPet3uïr dát ö’afmeetinge Pan 3pne Dogt naar uitteftening der ¿tarreftunöe / Pan öat ftu Pan Kadi?. Pertroft / tot aan ftet 3©efierïpftfïe gedeelte Pan’taBiïanö Cu¬ ba, men Pond ge3tiïd te ftebben / eene mptte Pan 3efïig en Ppftien Draaden ín lengte/ öiePpfuuren ín Perfcftiï öeé tpdé maaftten/ Pan Kadiz tot aan ftet 3Befteïpftfïe Pan Cuba. Deé Prpdagé den dartienden Pan Simp nam ö’Hmmiraaï 3pn boeré ten Euiden; maar Pertroft- ften 3pnde öoo: eene Dngte díe ftem debequaamfie fefteen/ Pond ftu 3ig beffooten/ ’tgeen öe ¿§>olöaa* ten bpna öeeö manftoopen; infgeïpbé öe iBatroo* 3en 3ig 5ienöe ín 300 Peel gePaaren / neffené gebreft Pan te bonnen befiaan. Dog öen moed en naar* fftgfteiö Pan öenHmmitaal öee 300 Peel öat 3e me* öerfteeröen Pan maar 5e geftomen maren / en ftet obezuïbé naar ’t Eiland Euangelifta mende; al¬ maar öe ^cftepentertede liepen. Dan daar nam men öe boeré Joo?d-Dob om eenige Eilanden ftundig te moiden/öie een meinig meer PoojPiaarté op Puf mpïen Pan daar/opgedaan/quam men ín eene J^ee díe gantfeft groen en mit gefprenfteld / níet meer dan tmee Paöemen diepte ftaö. Om¬ trent 3ePen mpïen Pan daar Ponden 3e eene 3eer mitte keel díe alé gebold fefteen te me3en. Jog SePen andere mpïen Poo?maarté / ontmoete men eene andere keel díe fmart geïpft ^nftt maé / en Ppf Pademen diepte ftaö;öie men tot groote PerPjon* öeringe öer ¿sbcfteepéííeden tot aan Cuba öoo?3eiï= öe/ 3iende dee3e keen 300 Perfcfteiöen ö’eene Pan öen anderen ín 300 een ftleíne afbant / naöemaaï men Poo? 3eefter ftieïd/ öat öee3ePerfcftiïïenöe ma* teren níet dan Pan ftet Harörpb Peroozaabt mier* öen / uít öe grond opftomenöe / en níet Pan ftet mater seïbe / geïpft öe Jojtugeesen ín öe Roode Zee bePonden ftebben; en öat Pan geïpftePïaftften ín öe Euiö-en ín öe 3eïPe Joo?ö-^ee ge3ien 3pn gemeefi. jjBenbefcftoumö ooft nog aan ö’Diïan* öen Pan Barlovento 3oöanige mitte Pïabben / na¬ öemaaï öe grond Pan onder mit en 3ter öeurörin* genöe ié. De ^cftepen öan Pan Cuba gemend 3pnöe/ nam men öe ftoeré ten Doften met Peran* öerïpfte minden / en öoo? engtené Pol Pan ondiep* tené. Hïé nu tot öen öartigften Smip/ ftet^eftip Pan öen Hmmiraaï PerPuiïö gebleepen maé / fton men ftet met öe anfteré en babeïé níet eer agter* maarté afminöen / Poo? öat ftet öóo? öeé 3Cmmi* raalé aanörpPen met ftet Poojfte öecï mie?ö afge* ligt. öat men öan Pan daar Pertroft / 3eiiöe men 3onöer oröre of op3et / Poïgenöe ftegé ö’on* öieptené en ö’Dngtené öoo? eene 3eer mitte kee / ftebbenöe íeder Dag tot aan ben HPonö groote Pïoeö Pan mater. Cinöeïpft quam men te Cuba aan te landen/langé öen ftjeg díe men ten Doften BUS NA DE WëST-IndIEN. l8 begonnen ftad; almaar alle ftet ©olft öen lieffeïp* Annor4s^ ften reuft Pan öe Storax gemaar mierd / díe öoo? ftet Puur Peroo?3aaftt mic?ö dat ö’5(nöiaanen ftooft* ten/ mant sp branben’ec bpna geen ander ftout/ afté öat Pan de Storax-boomen. Den 3ePenöen Sluip gíng d’Kmmiraaï te lande om de IBié te ftoojen ; termpl men díe Perrigte/ quam’er een ouden Kacique díe sig ter betragtinge Pan den öienft öeé ^riefteré ftelde / bezeilende öe eerbemp3inge deeser Griftenen / lettende met mat agtinge men ftet Zoen offer den Stunmiraal teftuf* fen gaf; öieé beelöe ftp 3ig öaar ober ín / öat ftp ober alle ftet Dolft öe Poo?naamfte moefte 5pn. DerPoïgené bood ftp ftem dan 3eftere Drugten öeé Eanöé aan/ftebbende díe ín eene ïtaïabaé / maar Pan 3P 3ig ín öee3e Diïanöen bedienen/ en díe ften Poo? ^cftoteïen Perftreftften / bp ften Ybueras ge* noemd. Ja dat ftu öan ter aarde ncöerfturftenöe maé ge3eten/ Cgeïuft 3e gemeeneïpft doen / ober* mité 3e níet öan ïaage Stoelen ftebben /) begon ftp den Klmmiraaï öee3e redenen Poo? te ftoudm/3eg- geilde: Gy zyt in deeze Landen gekomen , die gy Kaciquemet nooit dan naar groeten arbeid gezien hebt, en’er den Ammi« eene groote vreeze door veroorzaakt hebt ; weetraal* derhalven dat\vy onder ons kundigzyn,dat’er twee plaatzcn in een ander Leven gevonden worden, werwaartsde Zielen verreizen moeten ; als d’eene d’aller elendigfte en vol van duillerniffe, en deeze plaatze is voor die geenen die quaad doen bereid. De andere die goed en zeer aangenaam is , is de plaatze alwaar die geenen ruften die de vreede be¬ minnen en de rufte des Volks ; en overzulks zoo gy gelooft te fterven,en dat men’er aan eenieder, naar het goed of quaad dat hy gedaan heeft, ver- geldinge geniet ; ik hoope dan dat gy geen quaad zult bedryven aan die geenen die u geen leed zul¬ len doen. Alles wat gy tot nu toe gedaan hebt, is zeer wel verrigt, derhalven naar myn oordeel, alle uwe voorneemens ftreeven niet dan om aan Gode d’eere te geeven. 3döe ftem UOg/ öat ftp te Hifpaniola , Jamaica en te Cuba langé öe &ufïen Pan ftet Diïanö ftaööe gePieefï/ en öat den p)eer Pan de Jïaaté 30öanige Itleeöeren droeg alé ftet ©oïft ín öe ïterft aan ftaööe geftaö. ö’Bmmi- raaï ftoo?öe öegant3e reden Pan den ouden Kacique met Peeïopmerfting aan/en öeeö ftem moo?d Poo? moo?ö Perftïaaren; loei ftoogeïuft Permonöertspn* öe / Pan eenen Snöiaan ín ftoogen ouderdom / öuf* A danige redenen te Perfïaan ; öieé gaf ftp ftem dít vanlTlm- Polgenöe tot antmoo?Ö: Dat hy zig zeer verheug- miraal. de over hem en alle de Inwoondersdeezes Lands; geloovende in d’onfterflykheid der Ziele; en dat zy wiften,dat hyvan haare Majefteiten vanKaftilie, hunne Beheerfchers , door alle deeze Landen ge¬ zonden was, om te weeten of’er Menfchen wa¬ ren die quaad aan anderen deeden, gelyk men hen had doen verftaan , dat de Canibaalen deden; op dat men deeze verdoemlyke gewoonte onder hen affehafte , en bewerkte in Vreede met anderen te doen leeven. ?Cïé ö’S»öiaan öre3c moorden met traauen ftaö aaugeftoo?ö/3eiöe ftp tot öen 3tmmi*' raai/ öat indíén ftp geene Droumen en &inöercn ftadöe/ ftp 3ouöe begeerigspn met ftem naar Kaf- tiije te gaan. 211ïé ftp öaar op Pan öen5Cmmiraal eenige Beziezelen ontfangen ftad/Piel ftuop3une ftnien ter aarde/en öeeö Peel teebenen PanPerlobn* öeringe; fterftaaïenöe meenigmaal / níet te meten of öe pïaat5e öaar öee3e iBannen Pan öaan qua* men / kernei of Harde maé. Coen nu ö’Hmmiraaï Pan de pïaaté / aïloaar öen Snöiaanfcften Kacique met ftem gefpmben ftad/ weder ,en Pertrobften maé / fefteen ftet of alle de minden en groote materen beffooten ftaööen ftem te meöerfireePen /üoimeu mt* onder anderen maren öe matergolben 300 groot en ongefíuímíg/ öat 3e oPer’t^rfteepé-bomd fteenen ffoben / en oPersulfté Pan alle sooite Pan ftulpe manftoopten / níet ïionnenbe öe 3eilen befïieren / nog 3ig met öe fmaatfïe Hnfteré/beftalPen Dodé ftufp beftouöen. |Ben breeg Pan allermegcn 30a Peel mater in/ öat men ’tnaaulpbé met pompen boben ftielö; en nog maé öit öe minfïe mangunfi öer ifortuin níet / maar men moed öe öagelpb3e t. Chrift. Kolumbus. B U10UÖ>](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b30454864_0001_0069.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)