Copy 1, Volume 5

Natuur-en genees-kundige bibliotheek. Bevattende den zaakelyken inhoud van alle nieuwe werken, welke in de geneeskunde en natuurlijke historie, buiten ons vaderland uitkomen. Eerste-[elfde] deel. / Door Eduard Sandifort.

  • Eduard Sandifort
Date:
1765-1775
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Natuur-en genees-kundige bibliotheek. Bevattende den zaakelyken inhoud van alle nieuwe werken, welke in de geneeskunde en natuurlijke historie, buiten ons vaderland uitkomen. Eerste-[elfde] deel. / Door Eduard Sandifort. Source: Wellcome Collection.

    18/908 (page 14)
    tá _ É AcrA Herverrch. Zo). VL bloed. Den veertiënden droogde de zwelling ; en-verdween den rs. byna gehêel; waar door men eenige hoop van herftelfing kreëg:: -Doch een ander ‘gedeelte vande herffenen pútlde op nieuws uit, en Kon door geene middelen be- dwongen worden. ; Het kind wierd zeer oûrus. tig. Den 16. was de uitzetting der herffenen zoo groot, als éen appel, den 17. fcheide zich eén gedeelte af, doch den 18.’ puilden de herffe. nen tef grootte van eene vuift uit, en terwyl het kind met eene bevende ftem begon-te fpreeken „ drong de mergagtige fubftantie door de baftagtige heen; ter lengte van een’ duim; enter dikte van’ den kleinften vinger. Den 19 êni 20.’ wareir de herffénên zwart, door het vùur aangedaan, en den or. ftierf het kind. De bekleétfelen wêchgenomen- zynde, ontdek: te men in het- bekkeneel twee {pleeten, van het fegter opperhoofds-been ,’ door het agter- hoofds-been , tot-aan de procef]us mammillaris en fliloideus. Uit de wonde wierd nog een gedeel. te van het been, Omtrent zoo groot, als het bovengenoemde; gehaalt , doch’ twee’ andere ftukken” hadden zich’ wederofn' met het bekke: nieel wereenigt: De wonde was grooter, dan de palm van de hand. In het bekkeneel ont: dekte men geen naaden, noch de kroon- noch de pyl-naad, en de futiúra lambdoidea was: zeer gering, zoo dat het geheele bekkeneel even als uit een been fcheen fämengefteld te zyn (*). vite | | Het vC*) De Hooggel. Hr. ZinN, heeft in een meisje van elf jaaren, aan eene algemeene verlamming ge- ftorven, insgelyks waargenomen „ dat ‚de meefte paaden van het Bekkeneel ontbraken. Comment. Sg- ciet. Reg. Scient. Gütring. Tom, a, pag. 366,