Onderzoekingen omtrent de uit het bloed in het hart afgezette voortbrengselen / door Donders en Jansen.
- Donders, F. C. (Franciscus Cornelis), 1818-1889.
- Date:
- [between 1800 and 1899?]
Licence: Public Domain Mark
Credit: Onderzoekingen omtrent de uit het bloed in het hart afgezette voortbrengselen / door Donders en Jansen. Source: Wellcome Collection.
Provider: This material has been provided by The University of Glasgow Library. The original may be consulted at The University of Glasgow Library.
43/94 (page 43)
![gesteld hcefl. immers in vele kleinere door ons onderzoclilo ligchaampjes, vonden v^ij gceno sporen van l)]()cd, en het schijnt dus juister aan lo nemen, dat de elteraclilige vloeistof, die dikwijls in dezelve wordt aangelrcilen , gecne verdere metamorphose van de met Avijnmoer overeenkom- stige slodeis, maar door centrale vcrweeking van die ligchaampjes tot stand komt, waarin oorspronkelijk geen bloed aanwezig was. Deze verweeking , die meerdere ge- wigtige analogieën heeft en ook somtijds in de polypvormigo wordt waargenomen, wor<)t door Aindr\l en Rokitawsky buiten allen twijfel gesteld en is klaarblijkelijk in de meeste zoo niet in al de gevallen van eiterhoudende uitwassen, die men beschreven vindt, als de grond der gevormde etterachtige slof te beschouwen. De ontbinding der vezelstof, en de eenvoudige voor- stelling van den oorsprong van etter, hieruii voorlvloeijende, schijnt bij vele schrijvers, welligt om de eenvoudigheid zelve, nioeijelijk ingang te hebben Uunnen vinden,en zij hebben zich in gissingen uitgeput , om den oorsprong van den etter te verklaren. «Vele mceningen,» zegt Cruveilhier >), «kunnen verdedigd worden ])etrekkelijk »den oorsprong van den etter, in de coagula van het )) hart: 1*. de etter is van elders alkotnstig , met het bloed » naar het hart gevoerd en aldaar met eene laag vezelstof «omgeven, 2*=. de etter heeft zich in het hart ontwikkeld »en wel, a) door scheikundige omzeiling der vezel- wstof, h) door ontsteking van den polvp zeiven, »c) door afscheiding op het ontstoken endocardinm en w doordringing tot in hel midden van het coagulum, )> door capülariteit.)) Tot deze laatste meening bepaalt zich Cruveilhier , terwijl Hasse *j , die ook hetzij eene plaat- 1) 1. I. livr. XXViFI. p. 1. 2j 1. I. s. 162 II. 188.](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b21478697_0043.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)