Onderzoekingen omtrent de uit het bloed in het hart afgezette voortbrengselen / door Donders en Jansen.

  • Donders, F. C. (Franciscus Cornelis), 1818-1889.
Date:
[between 1800 and 1899?]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Onderzoekingen omtrent de uit het bloed in het hart afgezette voortbrengselen / door Donders en Jansen. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The University of Glasgow Library. The original may be consulted at The University of Glasgow Library.

    50/94 (page 50)
    uit het bloed te kunnen worden beschouwd. De vraag, of in laalsffcnoemde zich werkelijk vaten vormen kunnen , behoort intusschen mcertot de histologische ontwikkeling, en zal hierom bij het wezen der uitwassen nog nader be- sproken worden. Met het standpunt onzer kennis verandert voortdurend het begrip, dat wij ons van het wezen eener ziekte vor- men, en veranderen de vragen, met welker beantwoor- ding wij ons voorstellen, tot een helder inzigl in hel wezen en den aard eeaer aandoening te kunnen geraken. Bij elk antwoord echter, dat wij als de vrucht onzer naspo- ringen mogen erlangen , — verre van ons hierdoor geheel bevredigd te zien, — doen zich weder nieuwe vragen in grooteren getale op, die, hoewel zij zich altijd over het standpunt onzer kennis uitstrekken, nimmer het standpunt der wetenschap mogen overschrijden. Bedriegen wij ons niet, dan leven wij in een tijdperk, waarop dit vooral van toepassing is. Door de vorderingen inde onderscheidene natuurkundige wetenschappen zijn wi] in staat, zonder den wetenschap- pelijken bodem te verlaten, ons vele juist omschrevene vragen voor te stellen , die onze kennis verre te boven gaan, doch die ons leidende lichten zijn op het onme- telijke veld van onderzoek, waarop wij, door deze geleid, niet in hel duister behoeven rond te tasten. Stellen wij ons, in betrekking tot de uit het bloed in het hart afgezette voortbrengselen, ten doel, den grond van ontstaan, de za- menstelling, de onderscheidene elementaire vormen, die in dezelve tot stand komen, hunne wijze van ontwikkeling en verdere veranderingen, in verband tot de scheikundige zamenstelling, op te sporen, en stellen wij de kennis ïiiervan als voorwaarde voor een helder begrip van wezen en aard, dan zullen wij ongetwijfeld in de volgende regels