Volume 1
Herinneringen mit den levensloop van een' indisch ambtenaar van 1815 tot 1851 / [E Francis].
- Francis, Ezelle
- Date:
- 1856-1860
Licence: Public Domain Mark
Credit: Herinneringen mit den levensloop van een' indisch ambtenaar van 1815 tot 1851 / [E Francis]. Source: Wellcome Collection.
12/252 (page 2)
![liooge standpunt door hem als bevelhebber van het Indisch leger bereikt, als om zijne bekende bekwaamheden en grondige ervaring, die tot waarborg zijner gevoelens kunnen strekken, terwijl de Overste Lange, een officier van verdienste, die aan de militaire bewegingen op genoemde kust deelgenomen heeft, ook geloof behoort te verdienen; en toch loopen hunne be- weringen zeer uiteen, om reden de Generaal De Stuers de militaire ondernemingen op Sumatras Westkust uit een scha- * delijk, de Overste Lange ze daarentegen uit een voordeelig oogpunt beschouwt. Te regt zegt de Heer Lange op blz. 297 van het 2de deel van zijn werk: //zoo veel hoofden zoo veel zinnen,” doch men voege hierbij de bewering van Lranklin; //het is alleen den mensch gegeven om de zaken zoo uit te leggen, als hem het best gelegen komt.” Bi] het verschil dat tusschen beide schrijvers bestaat in hunne opgaven omtrent het doel, de strekking en de uitkomsten dier oorlogsoperatiën, valt het gewis moeijelijk, om zonder grondige plaatselijke kennis de juistheid hunner beweringen te beoor- deelen, maar toch kunnen er in hunne geschriften gronden worden opgespoord en aangevoerd, om schijn van waarheid te onderscheiden., De omstandigheden aan de uitkomsten toetsende, vindt men in beide aangehaalde werken ontegensprekelijke be- wijzen van on wrikbaren moed en trouw der officieren en man- schappen van het Indisch leger, en zij, die den loop der zaken in Indië kennen, zullen gereedelijk toestemmen, dat Koning en A^aderland zich verheugen mogen in het bezit van een geoefend leger in deze overzeesche bezittingen, hetwelk in moed en volharding niet ligt zijne wederga vinden zal, doch juist daarom is dan ook de verantwoordelijkheid van hen des te grooter, die over zulk een verdienstelijk leger in meerdere of mindere mate magt hebben, en wél mogen zij toezien, dat het niet aan zelfzucht of najaging van eigen roem worde opgeofferd!](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b2935268x_0001_0014.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)