Volume 1
Herinneringen mit den levensloop van een' indisch ambtenaar van 1815 tot 1851 / [E Francis].
- Francis, Ezelle
- Date:
- 1856-1860
Licence: Public Domain Mark
Credit: Herinneringen mit den levensloop van een' indisch ambtenaar van 1815 tot 1851 / [E Francis]. Source: Wellcome Collection.
39/252 (page 29)
![zijner keuze gesteld, want van dit oogeublik af kou de Eesi- dent niet meer met vrijen Avil handelen. Hij moest zich schik- ken naar den loop van den oorlog, die, eenmaal begonnen zijn- de, natuurlijk grooten invloed kon uitoefenen op het politiek beheer der Residentie. Den gang der zaken uit die rigting volgende, moest hij de ondernemingen der troepen met alle middelen onder zijn bereik ondersteunen, en dat zulks geschied is met al dien ijver en belangstelling, welke een’ getrouwen die- naar des lands betamen, bewijst de omstandigheid, dat in weerwil der tegenspoeden, waarmede de troe];¥3n gedurende ruim drie jaren te worstelen hadden, geen enkele billijke klagt te- gen het Burgerlijk Bestuur is bekend geworden, hetwelk ge- durende al dien tijd het leger van huisvesting, geld, voeding, ammunitie en hulptroepen moest voorzien. Zij, die de beken- de zucht bij den militairen stand kennen (het spijt ons dit te moeten zeggen), om de gebreken van een burgerlijk bestuur met de zwartste kleuren af te malen, zullen de waarde van deze omstandigheid beseflen. Het werk van den Heer Lange volgende (2‘^e deel blz. 59 en verv.), ziet men dat na de inneming van Matoea de operatiën werden voort- gezet, en onze troepen den 25steii Junij Soengei-Poea zonder tegenstand bereikten, doch de verdere optogt ging met zoo ve- le moeijelijkheden en opofferingen gepaard, dat men zich eerst den 7^en Junij 1835, dus twaalf maanden later, in de vlakte van Alahan-Pandjang kon legeren, om Bondjol aan te vallen. Den llden werd de marsch op deze versterkte kampong (1500 passen benoorden de rivier Batang-Moesoe gelegen) gerigt, en na vele moeijelijkheden te hebben doorgestaan, bevonden zich de troepen tegenover de linie van Bondjol. YaiideulP^en tot den 21steii Junij telden wij 30 gesTieuvelden en 227 gewon- den, w^elk cijfer op den 16<len j^pj luet 7 dooden en 42 gewon- den vermeerderd was, terwujl ziekte en sterfte zoodanig toena- men , dat een gedeelte der bevolking van Tanah- Datar voor Bondjol werd opgeroepen, om bij onze troepen den moed zoo](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b2935268x_0001_0041.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)