Copy 1, Volume 1

De beginselen der materia medica en der therapie ... / Naar de tweede Engelsche uitgave ... bewerkt door L.C.E.E. Fock.

  • Jonathan Pereira
Date:
1849
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: De beginselen der materia medica en der therapie ... / Naar de tweede Engelsche uitgave ... bewerkt door L.C.E.E. Fock. Source: Wellcome Collection.

    51/1166 (page 45)
    V. c. 1729 1630 V. c. 1491 1491 1003 384 713 000 DE GENEESKUNDE BIJ DE EGYPTENAREN. Tliout of Thaut (ook genaamd Herrnes of Mercurius), die be¬ schouwd wordt de grondlegger te zijn geweest der geneeskunst. De geneeskunst wordt liet eerst uitgeoefend door priesters , later door geneeskundigen, die zich uitsluitend op de gene¬ zing van eene ziekte toelegden. {Herod. Euterpe i.xxxiy.) De zieken worden op openbare plaatsen gesteld. {Strabo). Purgeermiddelen, braakmiddelen , en lavementen , na elkan¬ der, elk voor eenen dag, iedere maand gebezigd. (Ibid. LXXYli.). Onthouding; diëetvoorsebriften: varkensvleesch als onrein beschouwd. Baden en zalven. Eene bolachtige plant (Kpó^uuov ; Squilla?) wordt aangebe¬ den, en voor dezelve een tempel opgerigt (Pauw). Aëtites, slijk van den Nijl, wrijvingen met krokodillen vet tegen rhumatismns, en slijm van semina psgllii. Ook zout, vérpov (koolzure soda?), aluin, pleisters, en zalven worden ge¬ bezigd ; loodwit en Spaansch groen kwamen somtijds in deze laatste. Berookingen met CypTii (Kvcpi) een mengsel van verschillende middelen Dioscorides, i. 24. », Specerijen, balsem, en mirrhe, worden uit Egypte gevoerd, en waren ongetwijfeld in gebruik bij de Egyptenaren. {Gen. XXXYii. 25). Lijken worden gebalsemd. Palmwijn, specerijen, mirrhe, ka¬ neel, en andere welriekende zelfstandigheden (niet wierook) alsmede vizpov (koolzure soda?) en gom worden daarbij gebezigd. (Herod. Euterpe , lxxxyj.) De Alcxandrijnsche school. [Zie de geneeskunde bij de Grieken]. NB. Men zie ook Pauw (M. de), “Phil. Dissert, on the Egyptians and Chinese,” vol. I, p. 130. 1795. Alpinus (Prosper), “ De Medic. Aegypt.” Lugd. 1745; als ook Clot- Bey, “ Aperqu General sur PEgypte.” 2 vols. Bvo. Paris, 1840. DE GENEESKUNDE BIJ DE HEBREEN. Geneesmiddelen bestonden hoofdzakelijk in strenge hygiënische middelen. (Besnijdenis, diëetregels, afzondering, afwassching, verbranding van besmette goederen. (Zie Gen. xvii. 10; Lev. xi. en xiii.; 2 Reg. v.). Geneeskunde uitgeoefend door de Priesters. {Lev. xiv.) Goud, zilver, lood, tin, ijzer, en geel koper (koper?), door Mozes vermeld. Welriekende zalf en conserf; de eerste opgave van voor¬ schriften. {Exod. xxx. 23—25 , en 34—35). a ln den Pentateuchus vindt men ongeveer 20 delfstoffen , 10 planten en dieren opgenoemd.” (Alston). Muzijk als geneesmiddel aangewend. (2 Sarn. xvi. 16). Sesqui-sulphuretum antimonii als blanketsel gebezigd. (2 Reg. ix. 30). Vijgenpap. (2 Reg. xx. 7). Genecskunstoefenaars (niet priesters) worden genoemd. {Jerem. viii. 22). N. B. De zoogenoemde Egyptische geneeskunst- oefenaars {Genes. i. 2) waren waarschijnlijk èvraficcGTou , lijkcnbalsemcrs.