Beschrijving van plantagie-gewassen, die men in hoven aankweekt, zo om te dienen tot sieraad bij het maaken van laanen, cingels, heggen, berçeaux, kabinetten, pyramiden, slinger-boschjes enz., als tot huishoudelijk gebruik ... / Door Johann Hermann Knoop.
- Knoop, Johann Hermann, 1700?-1769.
- Date:
- 1790
Licence: Public Domain Mark
Credit: Beschrijving van plantagie-gewassen, die men in hoven aankweekt, zo om te dienen tot sieraad bij het maaken van laanen, cingels, heggen, berçeaux, kabinetten, pyramiden, slinger-boschjes enz., als tot huishoudelijk gebruik ... / Door Johann Hermann Knoop. Source: Wellcome Collection.
10/96 (page 6)
![fnocijcn, of iets anders te culdveefen; welk, als de Bosfchen eens geplant en ih goede groei zyn zeer getnakkelyk en voordeelig voor dc Eigenaar is, als hebbende dan in het vervolg geheel geen koften meer aan te wenden, en evenwel in het vervolg van cydt tot cyde fchoone altyddLiurende In- teresfen te ontfangenvan zyn Bosfehen,^ inzonderheid, zo het Kreupel bosfchen zyn, die dikwils gehakt kunnen worden: Derhalven ontltaac hier uit de vraag, welk het voordeeliglte is, aangaan- de fchraalc zand cn andere gronden, of, dezelve tot Bouw landen, door pi-èeparatie te bererden* of tot wilde Bosfehen? ik voor my zoude om zo even te vooren gemelde reden ^ voor dit laatite ftemmen', dewyl de ondervinding geleerc heeft, dat de winil van goede Bos'cben groter is, als van dieraelyke Bouw-Ianden, die met zwaare kollen en groote moeite moeten Vrugtbaar gemaakt en oe- houden worden, zo men ’er een maar lydelyke overwinlt van genieten wil. Het is wel waar i-^en moet veiTcheidc jaaren na de Boora-planting wagten, eer men voordeel daar van trekken kan, maar als de Bosfehen groot geworden zyn, komt het voordeel te gelyk, en indien men Bosfehert, inzon- derheid Kreupel bosfehen heeft j kan men ’er jaarlyks voordeel van genieten, door het hakken der zelver 'oy Percheelen; groeijende het gehakte deel weder aan, cehvyl de andere deelen in de vol- gende Jaaren, fuccesfivelyk gehakt worden; zo dat den Eigenaar waaHyk als dan een eeuwigjuuren- dc Renthe bezit, zonder jaarlyks veele moeite en kollen te doen, ten opzigte van de cultuure en het onderhoud; gelyk men aan de fchraale Bouw-landen genoodzaakt is te dóen: Maar egter, dé zaak wat dieper Inziende, zo moet men ook bekennen j dat de grond niet alle met Bofch kan beplant worden, dewyl ’er ook Grpn-landen nodig zyn, niet alleen tot het nodige onderhoud der Men- fchen, cn zelfs ook der Huishoudelyke Beellcn j maar ook tot bezigheid der geduurig meer en meer vcnmeccderende Land-licden,- welke die Bofchagtige Plaatzen bewonen en'cultiveerèn. §. 32. Ten opzigte van het hakken der groote Bomen, om tot Werk- of tot Timmerhout te ge- bruiken, Haat aan te merken, dat zulks niet behoort te gefchieden wanneer het Zap der Bomen iii beweging is, dat is in het Voorjaar, Zomer, of in de Herfil, om dat het Hout welk ih die Zaai/.oe- nen gehakt word, door de inbiyvende Zappen, die niet ras kunnen opdrogen, gelyk als verllikc jen daar door zeer vergankelyk en van een korten duur, ook minder hard isj dan als hét op de re'ue tydt gehakt is; wordende daar en boven ook ligter van de Wormen aangetall en vernielc D- be- kwaamde tydt derhalven om allerlei Hout te hakken, is de Winteri namelyk van de Hcrfll af' als de Bladen gevallen zyn, tot het Voorjaar toe, wanneer de Zappen weder in beweging komen • ’dog hoe dieper in de Winter hoe beter. De harüge altyd-groenende Bomen, als èn Pm-bonen enz., houd men voor beter in het Voorjaar gehakt, wanneer de Zappen beginnen aan her ryzen of in beweging te komen; om dat dc ondervinding geleert heeft, dat dit Hout dan op het hardll is, en het langd duurt. , * Edog, fchooii gezegt iSj dat men dé Boniefi j die géén HarS geven ^ ih de Winter hakken moet zo kan zulks eevenwel in het Voorjaar of Zomer gefchieden, en het Hout t’effens zyne d u^t be* houden, namelyk als men als dan voort na de hakking de Schors van de geheeie Boom affchilt ^ waar door de Zappen des Booms door de Lugt ’er zo ras kunnen uitgetrokkenworden; cn om deze reden worden doorgaans de Eike bomen hier te Lande in de Zomer gehakt j om ’er de Schors toe gebruik van de Looijers j dat een goede winil geeft, te gemakkelyker af te krygen, die als dan, wegens de Zappen tusfehen de Schors en het Hout, ligter afgaat als op andere cyden, hoewel het Hout in der daat zo hard en duurzaam niet is, als dat in de Winter gevelt word, en ook door de Zon en Lugc zeeropberll, en dus tot veelerlei gebruiken, inzonderheid tot fyn Werk, onbekwaam word: De belle tydt van het Hout-hakken blyft derhalven de Winter, ten waare alleen het Eiken-hout, om gemelde reeden. En §. 33. Deze Regel dient ook waargenomen, met het hakken van het fTóut tot Brand-höiit j om dat het Hout in de Winter valler zynde, als op andere tyden, daar door langer het vuur onderhoud, meer hitte en beter kooien geeft. Hoewel hier in niet veel aanwyzing nodig is^ dewyl de omllan- digheden van den Landbouw van zelfs aanleiding geven, om zulks in de Winter te verrigcen, als hebbende de Landman met zyn Knegts en Arbeiders, in de Voorjaars-, Zoner- en Horfil-tydt, doorgaans veel andere noodzakelyker bezigheden, als diergelyk werk te verrigten, en dc Arbeiders kunnen dan meer voordeel behalen; daar in tegen in de Winter de meellc Arbeiders ledige tydt heb- ben, en anders weinig te arbeiden en tc verdienen valt, invoegen ze aan • iergelyk werk hunne ledi- ge tyd kunnen belleden, en men dan ook het Werk goedkooper kan gedaan krygen; wordende zoj danig Werk doorgaans aanbelleet, of men betaalt na het getal der Hukken Hout die ze gemaakt heb- ben ; als het klein Hout is, waar van het zelve, en ook om dat het by het getal verkogt word. Tal- hout hier te Lande genoemt word, welk weer onderfcheiden word in Hondert-bout of Duizent-hoiit ^ naar mate dat het zwaarder of grover is , zynde het Hondert-hout grover als het Duizent-hout. Grote Bomen worden doorgaans op dc Stam verkogt, moetende deltopcr de kollen van het Hak- ken , enz., voor zyn rekening bezorgen. §. 34. De Kreupd-bosfchpn tot Brandhout van week-zoorcig Hout-gevras, als vanE/x, Birkf enz., worden doorgaans om de zeven of agejaren gehakt, dog het is profycelyker als zulits alle 11 é i2]aren gefchied, om reeden, dat niet alleen het Hout in de laatlle jaren', na proportie der vorige jaren, merkelyk meer aandikt, en daar na een groter hoop maakt, maar ook harder word, daar door groter hitte in het branden geeft, en dus ook, na proportie van het vroege gehakte, van meerder waarde is. Eiken-bosfehen willen wat meer tyd hebben als dc gemelde, eer ze kunnen ge- hakt worden, om dat zc langzamer grocijen. §. 35. Wyders Haat aan te merken, dat het Hout van een en dezelfde zoort, fchoon het op da regte cydt gehakt i (§. 32.3_daaro.m niet alle van gelyke deugd is; het is de gcHeldhcid der C'imaccn, Groci-wyzc, en de Standplaats, die hier in verandering maken: Dus bevind men dat de Booin-ge- wasfen die inceilosfe, bolle, of moerige grond voortkomen, als mede die fchie.'yk groeijen, los. fer, boller, onvaHer, minder langduurènd Hout uitleveren, als andere, die in een vaHe fubHan- tieufer grond, en langzaam gegroeit zyn; ook bevind men dat Bomen, die het meeHe van de vrya Lugt, Zon en Wind aangedaan worden, in tegenHellinge van andere, die in de lauwte of fchaduwc groeijen, het vailHe en duurzaamfte Hout hebben; cn hier komt het vandaan, dat het Hout, dac aan](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b28780504_0012.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)