Geschiedenis der ontdekkingen in de ontleedkunde van den mensch : gedaan in de noordelijke Nederlanden, tot aan het begin der negentiende eeuw / Uitg. door het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
- Boon, Adrianus van der.
- Date:
- 1851
Licence: Public Domain Mark
Credit: Geschiedenis der ontdekkingen in de ontleedkunde van den mensch : gedaan in de noordelijke Nederlanden, tot aan het begin der negentiende eeuw / Uitg. door het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Source: Wellcome Collection.
Provider: This material has been provided by the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University, through the Medical Heritage Library. The original may be consulted at the Harvey Cushing/John Hay Whitney Medical Library at Yale University.
304/312 (page 20)
![van Blasius aldaar ter plaatse «Coecilius Folius stapedi osseum globulum forte indigitat » weg; en werkelijk beeldt Folius bij Bartholinus in zijne epistolae Hag. Com. cent, I. p. 259, een rond uilsteeksel aan den stijgbeugel af. De Heer v. d. Boon schijnt hier het oog gehad te hebben op den ]>ro- cessus lenlicularis incudis, want dal het geen afzonderlijk beenljedaarslelt, beeflonderanderenLiNCKEin zijn Uandbuch der Ohrenheilk. B.I. Leipz. 1837 pag. 128 genoegzaam aan- getoond. Bij Arantius, de humano foetu etc. Venet. 1587. 4°. p. 63, leest men reeds «slapes in summo superiorisanguli apice, in capilulum, modice sinualum, desinit, ut incudis minimum lubereulum, tibiolae adnescentem, persymphisim, ac synchondrosin agglutinalum, amice excipiat. » — Wat betreft den processus longus van den hamer, zoo ziet men- bij Faericius ab aquap. er reeds eeno vrij slechte, bij Vesalius en Plater eene redelijke afbeelding van , veel beter is die bij Folius in Bartüolin iep isto lae (Folius gaf nooit eeno anato- miu reformata uit, zoo als de Heerv. n. Boon opgeeft: in do anatomia reformata door Bartholinus van 1645 is de afbeelding van Folius slecht overgenomen) , waar Folius zegt «subtilior processus mallei, a ncrnine antea observalus.» (De brief was geschreven in 1644). Volgens Haller Bi- hlioth. anat \. 770 beschrijft Valentini dezen processus, naar zijnen leermeester Rau , in het amphitheatrum anatomicum. Zelfs zegt do schrijver, dat Meister en Boer- haave dit uilsteeksel processus Raoianus noemden: de woorden van Heister in mijne editie van het comp. anat. Amst. 1748 p. 21 , van den hamer sprekende, zijn: «duae apophvses, (juarum allera longissima, Raviana male dicilur, quiaaFoliojamdescripta» enBon,Kn\WEpraelectionesTom. IV. p. 358 «Ejusprocessus inventionemdebemusRAvio.Zief^ enim ajunt,ex Bartholini siriplis apparere, etiamfono nota?» fuisse. » — Verder wordt aan J. Munnigks de ontdek-](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b21033092_0304.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)