Naauwkeurige waarneemingen omtrent de veranderingen van veele insekten of gekorvene diertjes, die im omtrent vyftig jaaren, zo in Vrankryk, als in Engeland en Holland by een verzameld, naar 't leven konstig afgetekend, en it 't koper gebragt zyn / door wylen den heer Jacob L'Admiral. [With foreword by M. Houttuyn].
- L'Admiral, Jacob, 1694-1770.
- Date:
- 1774
Licence: Public Domain Mark
Credit: Naauwkeurige waarneemingen omtrent de veranderingen van veele insekten of gekorvene diertjes, die im omtrent vyftig jaaren, zo in Vrankryk, als in Engeland en Holland by een verzameld, naar 't leven konstig afgetekend, en it 't koper gebragt zyn / door wylen den heer Jacob L'Admiral. [With foreword by M. Houttuyn]. Source: Wellcome Collection.
21/160
![/ VERANDERINGEN VAN VEEL F. In SEKT EN, J TIENDE P L A AT Vyftiende Verandering. De GEHAKICELDE PYLSTAART. Iseene groote Rups men itfPoøten, een driekantig vlakken Kop en een klein Hoorntje op het Agterlyf. Zy zyn allen groen, doch noch al meer verfchillende dan die van uc Paauwoog Rupfen op de eerfte Plaat afgebeeld. hen igen zyn ongemeen fchoon Gras« »roen , en gelyk dezelve ook zeven fchuins nederloopende Streepen hebben, zo zyn die dan mede fchoon en zuiver gecl, gelyk alle deSripjes daar tgantiche Ly f mede bezec is, en ’c Hoorntje is van dezelve verwe j maar zo de Rups van een bleek Wilge-groen of nog vaalder is, dan zyn de Stippen,Streepen en het Hoorntje, flegts vaalageig wit. p veelen dezer Rupfen zyn tuschen de fchuinfe Streepen nog Karrayn -gecoleurde Vlak¬ ken die fierlyk op dezelven affteeken. In Jt Kabinet van de Heeren Jan en Pieter. Bisschop, voornaameKonllbeminnaars te Rotterdara, beruft eene aftekening ezer Rups, van het Ey tot haaren wasdom en vervellinge , en naardien my gelegenheid vergund is , om die ten mynennutre enten voordeele van anderen te gebruiken, zoheb ik my daarvan bediend, en deze, die ook driemaal van Huid verwiffelt , dagt lk niet oneigen op den Zyworm te zullen volgen. ' Zie dan eenige Eieren die bleek groen zyn op eenBlaadje leggenp anderen tegen een Takje gekleeld, als ook nog eenigen op de Mofch , waar mede de kruin van t Wilge boom- pje is begrocid. Op een klein na vooren hangend Blaadje zitten 3 Rupsjes, waar van ’er twee zyn ter grootte, zo alsze uit de Eieren zyn gekomen op den 26 en 27 Juny. derde Rups, die al grooter is, ging den 2 July in ruft zitten omhaare eerfte Vervellinge af te wagten, en vervelde op den 4 dito , zig vertoonende zo alsze een weinig hooger op den Steel van \zelfde Takje loopt. Aan een Takje, dat beneden over de lynhangr, zitten nog twee Rupfen, wat grooter,] Die onder aan den Tak ging ter Vervellinge zitten op den to dito, endeandere, die boven opzit, is reeds verveld. Verder ziet men,aan het end van ’t Takje Anar Aeør^rAo 1™pr , npp.n neclc-hangcnd uitgebeete Blad. één zitten om de derde en haare laatfte Vervelling af te wagten. Dit was op den 18 der zellde Maand, en zy kroop uit haare Huid den 20 dito, zo als die maar een weinig hoo¬ ger afretekend te zien is : daar na is de Rups aangegroeid tot die grootre, zo als ik haar ruflende vertoond heb aan den top van ’thoogfte Takje. Den 25? hield zy opmet eeren, ging in den Grondom te veranderen , en in het volgende Jaar op den 11 Juny kwam de Uil te voorlchyn. Aangezien nu alle Pylflaart-Rupfen in haare grootte zeer verfchillen, heb ik’er een,die zeer groot is, bygevoegd en eetende vertoond, en is geproportioneerd naar de grootfte Uil, zynde een Wyfje , en naar het grootfte Popje: de kleindere die op een blad zit, met de onderfte Vleugelen voor mtgefehoven na haaren aart , is ook een Wvrie enbehoort tot de kleindere Rups j maar de kleinfte, die na beneden vhegt, is een Mannetie, hebbende dikkere en wat hairiger Hoornen dan de Wyfjes. Haar Popjes zyn vaal zvvart en de Uilen asgraahw , doch verfchillen by elkanderen veel, alzo de ee¬ ne na het gecle trekt, de andere na het Appelbloezem , de derde na eene Loodverwi- ge kleur , enz De Vleugelen zyn getand ofgehakkeld, en daar uit fprmt de bynaam die deze Pylftaart heeft. De Spys dezer Rupfen zyn Wilge, Popeliere en ook Elzen bla¬ den. Myne aantekeningen van eenige derzelve zyn gedaan, der twee eerften te Verlail- Jcs, en der anderen te Amfterdam. )e eerfte kroop in deA arde 10 Et. i726,wierd eenPopje 7 ^/^enUyltje 12^/ri/,in 1 87 dag. ^ 1 r _ _ T*? slitn - nAorn - 177 - De tweede - - - - 9 dito.^ dito, - MAprA De derde - - - - ixOcl. 1731 - - - - 1 Nov. - 10 Aprd le vierde - - - - %Od..10 ddo 2, Juny De yyfde - - - - 2%Sept. 1740. - - - S Od. - - 1 i Juny Zo dat de derde en vierde 98 Dagen verfclnllen. 177 - 160 - 258 - 2*7 - r~ \ \ * v»\ . 1 \ v / B 2 Zes- \](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b30450354_0023.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)