Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma.

  • Roose, Theodor Georg August, 1771-1803
Date:
1809
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma. Source: Wellcome Collection.

    129/198 (page 111)
    men; de dienst der dikke darmen fchijnt meer „ te beftaan om als bewaarplaats te dienen voor „ het onnutte gedeelte van de fpijzen, ten einde „ de gedurige ontlasting van dezelve, die onaan- „ genaam en onzindelijk zijn zoude, voor te ko- ,, men, dan wel om tot de voeding veel mede te j, werken.” (V.j) §. I/'Bb. De Karteldarm gaat in den Endeldarm over.] Deze treedt buiten de holte va n het buikvlies, en heeft aan zijn onderfte gedeelte- geene uitwendige huid maar eenen fterkeren vleeschrok dan het overi- ge darmkanaal, en aan zijne uitwendige opening twee fluitfpieren C Sphinctcres') en twee opligtende fpieren ( Levatores). Darmvocht en flijm wordt ook in dezelve afgefcheiden , en ook in dezen darm vindt men opflorpende vaten. Hij eindigt aan den aars (Mus) waar zijne huiden in de uit- wendige bekleedfels overgaan. §• De overblijffels van de fpijzen komen uit de dunne darmen eerst door het klapvlies van den karteldarm in den blinden darm. • Dit klapvlies dient deels om den te fpoedigen overgang van de- zelve uit de dunne in de dikke darmen, deels om liet terug treden van dezelve te verhoeden Het, uit het wormswijze aanhangfel afgefcheiden flijm maakt de verdere voortbeweging van de drekflolfe uit