Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma.
- Roose, Theodor Georg August, 1771-1803
- Date:
- 1809
Licence: Public Domain Mark
Credit: Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma. Source: Wellcome Collection.
26/198 (page 8)
![S) voren verhevene borstholte, het breede bekken, en het naar binnen gebogen ftaartbeen ; het bij volvvasfene menfchen in de lijn der dijebeens- hoofden, dat is in de as van beweging, bij den ppgerigten gang , vallende zwaarte punt , het welk bij viervoetige dieren vóór die as valt; de plaatfing der beenen in de geledingen ; de hoe- danigheid der ingewandsbanden in de borstholte en den onderbuik, [vooral de plaatfing van het hart.] Hier bij komt, dat men nooit een viervoetig menfchelijk volk gevonden heeft, dat nooit eene dier-foort haren gang heeft veranderd, en dat de opgerigte gang overeenftemt met de gees- tige beftemming van den mensch. Een gevolg van den opgerigten gang is, dat de mensch, vooral in de jeugd, des morgens langer is, dan des avonds. [Het welk vooral te zoeken is in de zwelling en zamendrukking van de kraak- beenige fchijven waarmede de werwels van de ruggegraad met elkander verbonden zijn. V,] § 10- Bij de gelijkheid, welke alle menfchen in lig* chamelijk maakfel met elkander gemeen hebben, zijn er evenwel ook verfcheidenheden onder de menfchen die gedeeltelijk van den ouderdom, ge- deeltelijk van het geflacht en gedeeltelijk van den volksftam afhangen tot welke de menfchen be- boeren. Van de beide eerfte verfcheidenheden zal in het vervolg (§. 221,222, 261 en 280, env..)](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b22036003_0026.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)