Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma.

  • Roose, Theodor Georg August, 1771-1803
Date:
1809
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma. Source: Wellcome Collection.

    86/198 (page 68)
    63 §• II5- Het bloed wordt, gedurende het leven, inden omloop uit het hart in de flagaders, en uit deze in de bloedaders, en uit de bloedaders naar het hart terug gevoerd; maarniet, gelijk men tot op ii ar vey’s tijden, meende, in de bloedaders naar alle deelen des ligchaams heen, en in dezelve naar het hart te rug gebragt. Dezen omloop des bloeds bewijzen: de zigtbure aanfehouwing, de opzwelling eener onderbondene ilagadcr tusfehen het hart en den band, en van eene afgebondene bloedader, tusfehen den band en haar uiteinde, [ of liever haar begin aan de uiteinden der flag- aders ], het maaklel der klapvliezen in de bloed- aderen, infpuitingen na den dood, het verbloe- den uit eene dikwijls Hechts kleine üagader. De Infufio en Tramfufio van het bloed. § 116a. Het hoofd-werktuig des ornloops, het hart, (Cor) is eene holle bijna kegelvormige fjpicr, die in de holte van de borst, in het hartezakje (Pcricardium) ingelloten , door den waasfem van het hartezakje, (Humor Ptricardii) glibbe- rig gehouden, en voor het fchuren en aangroei- jen beveiligd, met zijne grondvlakte zoodanig op het middenrif rust, dat zijn toppunt naar voren, on- der en naar den linkerkant gekeerd is. Het hart hefluat uit twee hartkamers (Vtntriculi Cordis)y en twee nevenkamers of boezems (Sinus feu Atria) aan