Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma.
- Roose, Theodor Georg August, 1771-1803
- Date:
- 1809
Licence: Public Domain Mark
Credit: Handboek der natuurkunde van den mensch ... / Uit het Hoogduitsch met ophelderingen en aanmerkingen door M.S. Ypma. Source: Wellcome Collection.
97/198 (page 79)
![T> E A p E M H A L I N C, ti\ree ruimen (Caviim Mtdiasiini anticum et poßti* cum]) overlaat. § I S°- In deze zakken van het ribbevlies leggen de bei- de longen, (Pulmones , zoo dat zij dezelve op- vullen, en dat tuslchen beiden Hechts een water- achtige damp {Humor PLurae) zich bevindt, die het aan een grueijen verhindert. Van het midden- fchot gaan naar de inwendige vlakte van iedere long verdubbelingen van het ribbevlies ajs longebanden, CLigamenta pidmonaha), die dan de uitwendige huid der longen vormen. De inwendige zelfftan- digheid der longen beftaat uit kleine lapjes, van welke iedere uit eene zeer talrijke menigte vliezige, met takverdeelingen der aderlijke en flagaderlijke longvaten doorweefde celletjes (CvMat pulmona- le), in welke de uiteinden der luchtpijp (§. 131 c.) zich openenen, bevatten. Tot voeding der lon- gen dienen de bronchiaalvaten — „De longen „ zijn in verfcheidene groote lappen verdeeld, de „ regter gewoonlijk in drie, de linker long gewoon- „ .lijk in twee lappen. De linker long is door de „ plaatfing van het hart in de linker borstholte al- „ tijd aanmerkelijk kleiner dan de regter.” (V.) §• J3Ta- Met de longen is de luchtpijp vereemgd, welke met het ftrottenhoofd, wiens bovenfte opening naarde holte van den mond gekeerd is, in hetvoorftemid- denfte gedeelte van den hals begint. Het ftrotten- hoofd 1](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b22036003_0097.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)