Volume 1
Leerboek der heelkunde, van Max. Jos. Chelius : supplement-band naar de 7o. hoogduitsche iutgave bewerkt / door G.J. Pool.
- Chelius, J. M. (Joseph Maximilian), 1794-1876
- Date:
- 1834
Licence: Public Domain Mark
Credit: Leerboek der heelkunde, van Max. Jos. Chelius : supplement-band naar de 7o. hoogduitsche iutgave bewerkt / door G.J. Pool. Source: Wellcome Collection.
168/184 (page 332)
![doorgesneden. De beide einden van deze snede worden vervolgens door eene dwarsche insnijding, over de voorzijde van het gewricht loopende, vereenigd. Inmiddels een helper het voorste gedeelte van den voet bepaalt, zet de operateur het mes in den eenen of anderen hoek der loodregte insnijding en maakt met losse trekken de zachte deelen van het been los tot op de hoogte van de inplanting der pees van Achilles, welke hij doorklieft, zoodra de op deze wijze gevormde lap naar boven en achteren is omge- slagen. Gedurende dit losscheiden, moet de duim der linkerhand on- afgebroken in den wondrand geplaatst en deze afgetrokken worden, inmiddels de wijsvinger op de buitenzijde der huid gedrukt wordt, waar het mes steeds werkt; bij het lospellen der huid van het bovenste gedeelte van den hiel, behoort men vooral voorzigtig te zijn, om de huid niet te beleedigen. Hieromtrent moet er echter opgemerkt worden, dat fergüsson bij wijze eener vraag voorslaat, om in de huid ter dezer plaatse eene insnijding te maken, ten einde later de etter vrijer zou kunnen afvloeijen, gelijk verder ook Dl]NCA^ aanraadt, om de pees van Achilles voorde kunstbewerking onderhuids te klieven, Avaardoor het gemakkelijker kan worden weggenomen. Nadat de zachte deelen naar^boven toe zijn omge- geslagen, vat de heelkundige met de linkerhand den voet en dringt met het mes het eerst in het voorste gedeelte van het voetgewricht,’ en terwijl hij den voet meer en meer benedenwaarts drukt, klieft hij de zijdelingsche verbindingen en volbrengt de cxarticulatie door het klieven der achterste deelen. Dit gedeelte der kunstbe- werking is gewoonlijk niet moeijelijk, inzonderheid wanneer reeds een gedeelte der geAvrichtsbanden verstoord is. Volgens FERGüssoN en anderen, moet de verbindingssnede flaauAV halvemaanswijze worden gedaan, hetgeen naar ons oordeel min- der gepast is dan eene regte snede, omdat deze in overeenstem- ming naar de Avondlippen van den ondersten lap gerigt is. lIoeAvel het lospellen der huid van den hiel doorgaans het moei- jelijkste gedeelte is der kimstbeAA^erking, zoo AA^ordt zij echter ge- woonlijk daardoor gemakkelijk gemaakt, dat het celweefsel veelal door eene Aveiachtige vloeistof is doordrongen en door de veelal ^ rustige ligging des lijders cenigzins venveekt is. De lospeiling der huid van den hiel kan ook nog gemakkelijker Avorden gemaakt, door dat men, na de verbindingssnede te hebben gemaakt, terstond in het gewricht dringt en na het klieven der banden,* de huid vanbinnen naar builen van den hiel lospelt. Met dit losmaken der huid, trachte men van de achterste scheenhccnsslagader zoo veel mogclijk te sparen, ten einde de lap door haar genoegzaam van bloed kan verzorgd Avorden.](https://iiif.wellcomecollection.org/image/b28125162_0001_0170.jp2/full/800%2C/0/default.jpg)