Pacini's mikroskopische onderzoekingen over den fijneren bouw van het netvlies / door Dr. F.C. Donders.

  • Donders, F. C. (Franciscus Cornelis), 1818-1889.
Date:
[between 1800 and 1899?]
Catalogue details

Licence: Public Domain Mark

Credit: Pacini's mikroskopische onderzoekingen over den fijneren bouw van het netvlies / door Dr. F.C. Donders. Source: Wellcome Collection.

Provider: This material has been provided by The University of Glasgow Library. The original may be consulted at The University of Glasgow Library.

    5/16 (page 3)
    nucleus, bevatten doorgaans een' nucleoius, zijn scherp be- grensd, bezitten het rudiment van een celvliesje, komen op vele plaatsen in de grijze hersen-zelfslandigheid voor en vormen eene der dikste lagen van het nelvlies (fig. 4> d) en van de grijze zelfstandigheid der kleine hersenen (fig.3,A}. De cellulae neroosae hebben de beteekenis van cellen, zijn lichter van kleur, bezitten een celvliesje, bevatten kleine korreltjes, de grootste ook een' nucleus met nucleoius, komen vrij veelvuldig in de grijze hersen-zelfstandigheid ' voor, en vormen eene bijzondere laag in die der kleine hersenen (fig. 3, c) en in het nelvlies (fig. 4, b). De corpuscula gangliaria (fig. 3 d) bevatten concen- trisch al de vorige vormen en hebben dus de beteekenis eener cellula maggiore (cellula complical;) van Heïnle). Zij komen in de ganglia en de grijze hersen-zelfstandigheid voor, en grenzen in die der kleine hersenen (fig. 3, d) aan de wille zelfstandigheid. Tusschen de cellulae nervo^ sae en de corpuscula gangliaria komen ov<rgangsvorraen voor. De vier genoemde vormen vond P. dus opvolgend van buiten naar binnen in de grijze zelfstandigheid der kleine hersenen (fig. 3), waar de grenzen van sommige lagen reeds met hel bloote oog aan het verschil van kleur te herkennen zijn. In die der grootere hersenen waren alleen de cellulae nervosae en corpuscula gangliaria in dezelfde orde gelegen, terwijl de granuli en do nuclei nervosi tus- schen deze verspreid voorkwamen. Dit merkv^aardig ver- schil tusschen de grij/e stof der groote en kleine herse- Den vond P. in al de klassen der gewervelde dieren terug. Hij maakt verder op den mogelijken oorsprong van zenuw- vezelen uit corpuscula gangliaria en cellulae nervosae en op den zamenhang der nuclei rael fibrae griseae opmerkzaam.